…telers, overheden en retailers te laten zien dat het wél kan: schoon water, een gezonde bodem en genoeg bestuivers. Door de gewassen te beschermen met minder chemie en de nieuwste technieken. Dit kost de boer soms meer, maar de maatschappij profiteert ervan. Daarom vertel ik overheden en retailers graag hoe ze daaraan bij kunnen dragen door de juiste wetgeving, veldproeven, subsidies of een vergoeding in de prijs.
Voor retailers en beleidsmakers is het prettig dat ik met een integrale blik kijk. Ik kan het hele teeltveld overzien en adviseren over meerdere duurzaamheidsaspecten. Als we verder de details ingaan, dan kan ik snel schakelen met collega’s die alles weten van bodem organisch stof, mestbeleid of ammoniak. Als Wageningse milieukundige ben ik breed opgeleid met kennis over landbouw- en milieubeleid, teeltsystemen en technologie. Stages en een sabbatical gaven me bovendien een internationale blik. Ik ken de uitdagingen van mechanische onkruidbestrijding in de Brabantse mais, maar ook van biologische plaagbestrijding in Boliviaanse quinoa.
Ik hou van actie: samen komen tot concrete afspraken die ons verder helpen. In vergaderingen verliezen beleidsmakers zich wel eens in terugkerende discussies. Opdrachtgevers waarderen het als ik helderheid schep: Waar zijn we het wel over eens, wat kunnen we gewoon in de praktijk uitproberen en wat is daarvoor nodig?
Water en Samenwerking. Schoon water is essentieel als bron voor drinkwater voor mensen, planten en insecten. Ik vind het gaaf om met beleidsmakers, agrariërs en retail te werken aan gewasbescherming met oog voor de waterkwaliteit. Wij helpen hierbij door te zoeken naar praktische innovaties en te adviseren over haalbare, ambitieuze doelstellingen. Echt samenwerken betekent ook dat je samen de lasten draagt. Telers steken hun nek uit door nieuwe technieken toe te passen. Hoe kunnen overheid en afnemer hen tegemoet komen?
Mijn antwoord… Een landbouw volledig zonder chemische middelen is een fikse uitdaging, want dan heb je in een aantal gewassen echt last van lagere opbrengsten. Dat vraagt om consumenten die een hogere prijs betalen voor hun voedsel en hun voedingspatroon aanpassen. Door meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten te eten, houden we landbouwgrond over en zijn lagere opbrengsten niet zo’n probleem.
Anderzijds, je kunt ook binnen de gangbare landbouw al heel veel doen om minder chemische middelen te gebruiken of bepaalde probleemstoffen – denk aan glyfosaat of neonicotinoïden – te vermijden.
CLM zoekt graag praktische oplossingen: maatwerk per teelt, plaag en grondsoort. Daardoor kunnen we een genuanceerd antwoord geven: “In sommige gevallen is er een kosteneffectief alternatief, in andere gevallen vraagt het een investering of extra arbeid. En voor sommige toepassingen is nu nog geen goed alternatief, daar bestaat het risico op opbrengstderving. Dat moet je afwegen tegen het risico voor mens en milieu.”
Dat we met Brabantse gemeenten hebben laten zien dat je de openbare ruimte prima kan onderhouden zonder bestrijdingsmiddelen. Nu is dat landelijk de norm. Drinkwaterbedrijven zien in hun metingen dat dit goed uitpakt voor de waterkwaliteit.