Zowel bij boeren als de overheid bestaat de wens om meer te sturen op doelen in plaats van op middelen. Boeren zijn vrij in de wijze waarop ze de doelen behalen. Hiervoor zijn Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) ontwikkeld. Hoe hoger boeren scoren op een set van deze KPI’s, hoe hoger de beloning.
CLM coördineert een pilot met KPI’s voor de fruitteelt in Utrecht en Gelderland. Samen met zo’n 10 fruittelers zoeken we naar de meest relevante KPI’s. Het gaat bijvoorbeeld om gewasbescherming: welke milieubelasting hangt hiermee samen? Door het stellen van een kwantitatieve drempelwaarde kan de fruitteler zelf kiezen of en met welke gewasbeschermingsmiddelen en doseringen hij daaronder wil blijven, en zo in aanmerking komt voor een beloning.
Een andere KPI is waterkwantiteit: hoeveel van het schaarse oppervlaktewater gebruikt de fruitteler, bijvoorbeeld voor beregening tijdens een droge zomer? Deze KPI wordt vertaald in het aantal meters druppelirrigatie dat de teler heeft geïnstalleerd: een prima bezuinigend alternatief voor volveldse beregening.
In 2023 is een groslijst van 17 mogelijke KPI’s voor de fruitteelt opgesteld. In 2024 worden de meest relevante daarvan geselecteerd, waarbij ook de ophaalbaarheid en de borging van de data een belangrijke rol spelen. Eind 2024 leidt dat tot een definitieve set KPI’s waarmee vanaf 2025 een beloningsregeling voor fruittelers in werking treedt. Samen met andere waterschappen gaat Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden onderzoeken of een beloning van beter presterende fruittelers (en andere agrariërs) mogelijk is middels een korting op de waterschapsheffing.
Er bestaat een sterke wens – zowel bij boeren als bij overheid – om het beleid minder te stoelen op middelen (voorschriften) en meer op doelen. Door voor elk bedrijf een set milieu- en biodiversiteitsdoelen vast te stellen, kan de boer zelf kiezen op welke wijze hij/zij die bereikt. Tot zover de theorie.
Al enige tijd lopen er, onder meer in Brabant en Drenthe, praktijkexperimenten in de melkveehouderij en akkerbouw met zogenaamde Kritische Prestatie Indicatoren, kortweg KPI’s. Deelnemende boeren doen hun best om op een set van ongeveer 14 KPI’s zo goed mogelijk te presteren. Hoe beter de prestatie, hoe hoger de beloning.
Ook andere sectoren sluiten inmiddels aan. CLM coördineert een pilot met KPI’s voor de fruitteelt in de provincies Utrecht en Gelderland. Samen met zo’n 10 fruittelers zoeken we naar de meest relevante KPI’s voor de fruitteelt. Dan gaat het in de eerste plaats om gewasbescherming: wat is de totale milieubelasting van de gebruikte middelen? Dat is natuurlijk een belangrijk thema voor waterschappen. Door het stellen van een kwantitatieve drempelwaarde kan de fruitteler zelf kiezen of en met welke gewasbeschermingsmiddelen en doseringen hij daaronder wil blijven. En zo in aanmerking komt voor een beloning.
Een andere voor waterschappen belangrijke KPI is waterkwantiteit: hoeveel van het schaarse oppervlaktewater gebruikt de fruitteler, bijvoorbeeld voor beregening tijdens een droge zomer? Deze KPI wordt vertaald in het aantal meters druppelirrigatie dat de teler heeft geïnstalleerd: een prima bezuinigend alternatief voor volveldse beregening.
Andere KPI’s hebben betrekking op energiegebruik, biodiversiteit, bodembeheer.
In 2023 is een groslijst van 17 mogelijke KPI’s voor de fruitteelt opgesteld. In 2024 worden de meest relevante daarvan geselecteerd, waarbij ook de ophaalbaarheid en de borging van de data een belangrijke rol spelen. Eind 2024 leidt dat tot een definitieve set KPI’s waarmee vanaf 2025 een beloningsregeling voor fruittelers in werking treedt. Samen met andere waterschappen gaat Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden onderzoeken of een beloning van beter presterende fruittelers (en andere agrariërs) mogelijk is middels een korting op de waterschapsheffing.