Eenvoudig monitoringsprotocol helpt vrijwilligers met herkennen van bestuivers en natuurlijke vijanden
19 October 2020

Voor de GLB-pilot Akkerbelt heeft CLM Onderzoek en Advies vrijwilligers begeleid, bij het monitoren van akker- en kruidenranden op het voorkomen van bestuivers en natuurlijke vijanden. Hiervoor is een eenvoudig monitoringsprotocol opgesteld dat de aanwezige soortgroepen in beeld brengt. Na enige training en enkele begeleide praktijkuren in het veld herkennen de vrijwilligers de insecten. Uit de tellingen komt naar voren dat de meeste insecten en meeste soorten insecten zich ophouden in de meerjarige akkerranden.

Methodiek insecten herkennen
Insecten op soortnaam brengen, is weggelegd voor specialisten. Daarom gaat het protocol, dat ontwikkeld is door EIS (kenniscentrum insecten en andere ongewervelden) en is uitgebreid door CLM, uit van verschillende soortgroepen, die gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Na een korte training en met ondersteuning van CLM herkennen vrijwilligers deze insectengroepen.
Geteld zijn onder andere hommels, solitaire bijen, bijvliegen, pendelvliegen, menuetzweefvliegen, langlijfjes, bandzweefvliegen, kommazweefvliegen, snor-zweefvliegen en platvoetjes. De hoogste aantallen en meeste soortgroepen zijn waargenomen in de meerjarige akkerranden. Het bloemaanbod en de tijd van het jaar zijn een goede indicator voor de soortgroepen die worden aangetroffen.

Aanbevelingen
CLM beveelt aan om volgend jaar ook in het gewas te gaan monitoren. En dan zowel de plaaginsecten (bijvoorbeeld luis) als de bestuivers en natuurlijke vijanden in beeld te brengen. Op die manier zien de agrariër en andere betrokken wat de bijdrage van deze insecten is aan de natuurlijke plaagbestrijding in het gewas.

Lees en/of download het rapport: Monitoring akkerranden 2020: GLB-pilot Akkerbelt (pdf)